Moppie

Boer Kornel wilt nen nieven haan. Em trekt dus naar den biestewinkel en vraagt aan die pee achter den toeg :
"elei, k za nen nieven huin will'n, kunder ma giene Mechelsen aan d'hand doen?"
De meneer achter den toog wijst naar vanachter in de winkel, alwaar een haan op 'n stok zit.
"Mui" zegt de meneer van de biestewinkel "tes nogal nen hiete, 't kan goe zijn dattem z'n eige doedpoept! Want em bespringt alles wa 2 of 4 poten hé"
Maar Kornel trekt 'm da allema nie aan, en koopt de haan toch maar.
Hij zet'm op z'n erf tussen de kiekes neer en zo rap as tellen (ogenblikkelijk) begint da biest al dei kiekern te bespringen
vanachter, vaveur, langst boven en onder,.......en as'm gedaan hé met die kiekes loept 'm naar de kwartels en eenden en ganzen en barberies om daar te zelfde te doen. De Mechelensen haan gaat ze 1 voor 1 af en pakt ze allemaal langs waar em ook maar kan, al de biesten.
Attem gedaan heeft met het kleinvee, springt 'm begot oep de varkes, vanachter, vavoor, in de neur en de oren, den haan wordt zot!
EN JA ! em eeft gedaan met de varkes te poepen en hij baant z'n weg naar de koeien ! YEPLA, 't kan nie op.
Enfin,
als de boer 's anderndaags al in zijn broek krabbend en rochelend buitenkomt ziet hij midden op den boogaat (boomgaard) zijnen nuven Mechelsen (zijn nieuwe Mechelese Haan) schijnbaar dood liggen. Er cirkelen zelf al gieren boven de haan.
Kornel begint te vloeken en loopt naar de haan toe.
GODVER ! en ge hè me (je hebt me) zoveul geld gekost !
De haan heft effe z'n kop op en opent half 1 oog naar de boer toe, wijst naar de gieren en spreekt
"stil, ik denk dat ze ver naar beneden gaan komen"